OM eist zes jaar voor dealen cocaine

MIDDELBURG - Verdachten in een strafzaak hebben, zo schrijft de wet het voor, recht op het laatste woord. Vorige week zei een bekend strafpleiter wiens toekomst op het spel stond: ,,Mijn lot ligt in uw handen.'' Maandag, zei een 29-jarige man uit Bergen op Zoom precies hetzelfde en misschien wordt het wel een 'standaard laatste woord'.

De Bergenaar hoorde een eis van zes jaar cel tegen zich eisen omdat hij de afgelopen drie jaar naar hartenlust zou hebben gedeald in cocaïne, in het bezit zou zijn geweest van 600 gram van dat spul en geld zou hebben witgewassen. Maar ondanks de legio belastende verklaringen, de fotoherkenningen ontkende hij en beriep hij zich voornamelijk op zijn zwijgrecht.

"Meneer leeft in het Rijk der Fabelen", stelde officier van justitie T. Huiskamp vast.  "Hoeveel verklaringen moeten er nog meer komen eer hij iets bekent? Maar dat hoef-ie ook niet, want de bewijzen stapelen zich op", gaf ze zelf het antwoord.

Een tip bracht de zaak tegen de Bergenaar aan het rollen. Ene Mo uit Bergen op Zoom zou in verschillende dorpen in Zuid-Beveland dealen in cocaïne en hij reed in dat en dat merk auto. Mo werd getraceerd. Er kwam een peilbaken op de auto, telefoons werden getapt en verder werd de handel en wandel van Mo geobserveerd. Eind september vorig jaar werd hij opgepakt en belandde hij achter de tralies. En met hem werd ook een 45-jarige Roosendaalse aangehouden.

In haar woning versneed Mo de cocaïne en dreef hij zijn nering. Tegen haar eiste de officier een gevangenisstraf van twee jaar waarvan acht maanden voorwaardelijk. In haar woning ontdekte de politie dat Mo zijn cocaïne had verstopt in een barbecue, de bijkeuken en het toilet. Het verdiende geld was verstopt in een luchtkoker. Dat de vrouw Mo zijn gang liet gaan weet ze aan het vertrouwen dat ze in hem had. "Hij zei dat ik met dat gedoe absoluut geen problemen zou krijgen. Ik vertrouwde hem. Ik ben dom en naïef geweest", zei ze.

Vier mannen uit Zuid-Beveland in de leeftijd van twintig tot veertig jaar, die korte tijd voor Mo niet te beroerd waren om de cocaïne bij gebruikers af te leveren hoorden taakstraffen van vijftig tot honderd uur tegen zich eisen. Tegen twee van hen eiste de officier nog een voorwaardelijke celstraf van één week.

Een 29-jarige man uit Yerseke, moest omdat hij de lolbroek bleef uithangen even stevig tot de orde worden geroepen. Hij zag zijn dealen niet veel anders dan voor iemand een extra kratje bier meenemen. "Ik ben een hardwerkende gewone jongen die een beetje stout is geweest".

Uitspraak 11 maart.