In 2010 163 lijkschouwingen

De GGD is 24 uur per dag inzetbaar voor crisisbeoordelingen, zedendelicten, aangiftes van mishandelingen en lijkschouwingen in het kader van forensisch onderzoek. De forensische geneeskunde behandelt alle medische vragen van politie en het Openbaar Ministerie. Hiervoor zijn GGD-artsen speciaal opgeleid.

Eén van de taken van de forensisch geneeskundigen is het uitvoeren van een lijkschouw. Dit dient te gebeuren bij elk (vermoeden van) onnatuurlijk overlijden, zoals dodelijke ongevallen in het verkeer, op het werk of thuis, zelfmoord, euthanasie en medisch foutieve behandelingen die overlijden tot gevolg hebben.

Ook bij het vinden van een lijk probeert de forensisch geneeskundige in nauwe samenwerking met de Technische Recherche de identiteit, de doodsoorzaak, het moment en de omstandigheden van overlijden te achterhalen. Bij vermoedens van schuld door derden, wordt de officier van justitie geadviseerd een gerechtelijke sectie te laten uitvoeren door een patholoog-anatoom.

In het afgelopen jaar vonden 163 lijkschouwingen plaats. Dat zijn er een aantal minder dan in de afgelopen jaren. In 2008 werden 174 lijkschouwingen gedaan en een jaar later waren het er 184.

De GGD-(politie)arts wordt ook ingeschakeld om de aard, ernst en consequenties van letsels te beschrijven, bijvoorbeeld bij een slachtoffer van mishandeling. Dit gebeurt aan de hand van eigen onderzoek of informatie van eerdere behandelaars.

Bij zedendelicten wordt de forensisch geneeskundige ingeschakeld om bij het slachtoffer een zogenaamd sporenonderzoek uit te voeren. Dit om aan te tonen of een verkrachting of seksuele gemeenschap heeft plaatsgevonden. Er wordt daarbij bijvoorbeeld gezocht naar sperma, haren en lichamelijk letsel.

Ook een verdachte dader kan worden onderzocht. Tegenwoordig speelt bij deze zaken de DNA-bepaling (via afgenomen wangslijmvlies) een belangrijke rol. In 2010 werden 1.478 arrestantenconsulten verricht en 229 letselbeschrijvingen opgemaakt. In 2009 ging het nog om 249 beschrijvingen en in 2008 waren het er 349.

Het aantal arrestantenconsulten was dit jaar hoger dan de afgelopen twee jaar: in 2008 waren het er 1.395 en in 2009 1.458. In totaal werden er bovendien 385 geneeskundige verklaringen afgelegd. Dat is een daling want in 2009 ging het nog om 427 verklaringen. Een jaar eerder waren het er fors meer: 726.

Als een ademanalyse bij een alcoholcontrole niet lukt of niet mogelijk is, wordt de hulp van een forensisch geneeskundige ingeroepen. Via een bloedproef wordt door het gerechtelijk laboratorium het alcoholpromillage bepaald. Ook wordt soms urine verzameld om het gebruik van drugs op te sporen bij verkeersdeelnemers.

In het afgelopen jaar werden 68 bloedproeven afgenomen. Dat zijn er minder dan in de afgelopen jaren (2008: 98, 2009: 86).