Verdachte moordzaak Toth definitief vrij

MIDDELBURG - Het Openbaar Ministerie (OM) Den Haag stelt in de zaak tegen de 56-jarige man die verdacht werd van de moord op Ilonka Toth op 6 juli 2008 te Vlissingen geen cassatie in bij de Hoge Raad. De uitspraak biedt volgens het OM onvoldoende aanknopingspunten voor cassatie.

Het Gerechtshof te Den Haag sprak de man op 25 oktober jl. vrij van de moord op Ilonka Toth. Wel veroordeelde het hof de man tot 9 maanden cel voor de mishandeling van Ilonka Toth op 24 juni 2008 en het verstrekken van cocaïne aan diverse vrouwen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 14 juli 2008. Het OM had 14 jaar gevangenisstraf geëist.

Het Openbaar Ministerie is teleurgesteld over de uitspraak van het Hof, maar kan niet anders dan zich erbij neerleggen. Waar volgens het OM voldoende bewijs aanwezig was voor een veroordeling voor moord, heeft het Hof Den Haag kort gezegd geoordeeld dat er wel belastende aanwijzingen tegen de man zijn, maar dat die aanwijzingen onvoldoende bewijs opleveren.

De Hoge Raad kijkt alleen in hoeverre de wet juist is toegepast en of de procedures op de juiste wijze zijn gevolgd. In deze zaak heeft het Hof een feitelijke beoordeling gemaakt van het bewijsmateriaal. Deze bewijswaardering biedt onvoldoende gelegenheid voor het instellen van cassatie. Door het besluit van het OM om geen cassatie in te stellen, wordt de uitspraak van het Hof onherroepelijk.